Energieverbruik in de hand houden

Verschil kan oplopen tot 60 euro per zeugenplaats

Een goede klimaatbeheersing is van groot belang voor gezonde dieren en goede technische resultaten. Echter, ventileren en verwarmen kost energie. Energie die
steeds duurder wordt en een groter deel gaat uitmaken van de kostprijs. Het is belangrijk om een goede balans te vinden in een goed klimaat voor de dieren en daarbij niet te veel geld uit te geven aan energie.

De laatste jaren zien we steeds meer dat de ventilatie beperkt wordt om maar niet te hoeven verwarmen. Dat kan ook een verkeerde zuinigheid zijn, omdat dit vaak ten koste gaat van een goede luchtkwaliteit. Door te weinig ventilatie loopt de luchtvochtigheid op en komen er schadelijke gassen, waaronder ammoniak, in de lucht. Schadelijke gassen schaden de gezondheid en beperkt de voeropname van de dieren. Daarnaast wordt de gezondheid van de mensen die in de stal moeten werken vaak vergeten. Er zijn landen waar het personeel het bedrijf stil kan leggen als het ammoniakgehalte te hoog is. Het ventilatieniveau verminderen draagt dus niet altijd bij aan een besparing op de verwarmingskosten, een post die tussen bedrijven onderling enorm kan verschillen. In de praktijk blijkt dat er een variatie in verwarmingskosten kan zijn van 10 tot 70 euro per zeugenplaats en van nihil tot 7 euro per vleesvarkensplaats.

Verwarming in varkensstallen

Mijn ervaring is dat bedrijven met een hoog verbruik vaak voorverwarmen in een gang en op veel plaatsen vloerverwarming hebben die te lang aan blijft. Uiteraard werkt een te hoog minimum ventilatieniveau ook kostenverhogend. De volgende zaken kunnen leiden tot lagere stookkosten: • Vloerverwarming bij gespeende biggen is ideaal voor opvang, maar moet zeker binnen één week uitgeschakeld worden. Als het te koud wordt gaat de ruimteverwarming wel aan. De temperatuur op de vloer mag niet meer dan 30 – 31 graden Celsius zijn. Biggen gaan er anders niet op liggen. • De vloerverwarming in een kraamstal blijft
in heel veel gevallen veel te lang of altijd aan. Biggen gaan naast de vloer liggen, de ruimtetemperatuur loopt onnodig op wat zeer nadelig is voor de zeugen. Veel biggennesten hebben een te warme vloer. Vooral betonvloeren en metalen/aluminium vloeren zijn slecht als biggennest. De verwarming kan hier niet uitgezet worden daar dit materiaal te veel de warmte aan een big onttrekt. • Al veel bedrijven hebben zeer goede ervaring met een kraamstal zonder vloerverwarming.
Een dikke rubbermat voor de biggen met een lamp van 150W erboven die hooguit 5 dagen  aan is, geldt als een goed alternatief voor vloerverwarming. Het zwarte rubber neemt namelijk enorm goed de warmte van de lamp op. Bestaande bedrijven die dit toe zijn gaan passen, gingen gigantisch omlaag in de stookkosten en hebben een koelere kraamstal waar de zeugen beter eten. • Verschillende bedrijven hebben goede ervaring met een gasheater bij de gespeende biggen. De ruimte is veel sneller op temperatuur en er is geen transport van warm water wat warmteverlies oplevert. • Bij vleesvarkens wordt er al veel bij opleg verwarmd met een gasheater, die wel het best gestuurd kan worden via de klimaatcomputer en niet via een thermostaat op de heater zelf.

Luchtinlaat buiten en energie

Niet alleen de verwarmingskosten dragen bij aan de energierekening; ook het verbruik van de ventilatoren kan beïnvloed worden door bijvoorbeeld een juiste verhouding van de luchtinlaat. Hoe kleiner de inlaat, des te groter de weerstand en des te harder de ventilatoren de lucht binnen moeten trekken.
Dit gaat uiteraard gepaard met een hoger energieverbruik. De luchtinlaat aan de buitenkant moet berekend worden op de maximale hoeveelheid lucht die er doorheen moet. De laatste jaren is steeds meer duidelijk geworden dat een inlaat niet te groot moet zijn om de invloed van de wind te beperken. In nieuwe stallen wordt steeds vaker een gestuurd gordijn of Een juiste afstelling zorgt ervoor dat er zo min mogelijk energie verbruikt wordt. www.varkensbedrijf.nl / NR 5 / mei 2012 / management | 13 klep aangebracht welke wordt ingesteld op een drukverschil van 5 Pa. Deze 5 Pa komt overeen met een inlaat van ongeveer 1 cm2 /m3 terwijl er in het verleden gerekend werd met een inlaat van 1,5 cm2 /m3. Een ander aandachtspunt is het vervuild raken van de luchtinlaat. Veel luchtinlaten
zijn gemaakt met geperforeerd damwand of windbreekgaas. Dit zijn beide materialen die snel vervuild raken. Ik heb in de praktijk drukverschillen gemeten tot wel 30 Pa. Dit geeft uiteraard een verhoging van het stroomverbruik. Een tweede nadelig effect is dat afdelingen elkaar onderling gaan beïnvloeden. Het is in zo’n situatie dus raadzaam om op zeker 3 momenten in het jaar de inlaten te reinigen

Luchtinlaat binnen en energie

Ook het luchtinlaatsysteem verschilt qua nergieverbruik. Elk systeem moet aan bepaalde eisen voldoen om goed de binnenkomende lucht te verdelen. Een van die eisen is de opening per kubieke meter lucht wat geventileerd wordt. Hierbij geldt uiteraard ook weer hoe kleiner de inlaat, des te groter de weerstand en des te hoger het energieverbruik. Helaas zijn er geen cijfers beschikbaar per luchtinlaatsysteem, maar het zal duidelijk zijn dat deurventilatie veel minder weerstand
kent dan ventilatie via wandventielen. Met deurventilatie moet de inlaat minimaal 2,5 cm2 /m3 zijn, terwijl met ventielen de inlaat ± 0,9 cm2 /m3 moet zijn.
In stallen met kanaalventilatie wordt heel vaak de doorlaat door de roosters berekend op basis van hooguit 1 cm2 /m3 , met als reden dat de lucht beter verdeeld wordt en de invloeden van buitenaf beperkt worden. Voor het beperken van de invloeden van buiten is men te laat om dat binnen te doen. Dit moet aan de buitenkant gebeuren. Voor een betere verdeling zijn er veel betere methodes. Het klein houden van de doorlaat of later verkleinen geeft extra weerstand en dus hoger energieverbruik. Een kleine doorlaat geeft veel meer werveling en de lucht spuit te veel omhoog. Dit is nadelig voor de dieren. Schoonhouden van luchtinlaatsystemen in de stal is uiteraard ook belangrijk.

Een rubberen mat met een lamp erboven is vaak goedkoper en minstens zo effectief als vloerverwarming.

Luchtuitlaat en energie

Met de luchtuitlaat wordt hier de afzuigunit of ventilator bedoeld, welke een zodanige grootte moet hebben dat bij 100 % ventilatie de luchtsnelheid in de koker op ongeveer 7 m/sec. zit. Hierdoor valt het energieverbruik binnen aanvaardbare waarden en de meetwaaier kan op minimumstand nog nauwkeurig genoeg
meten. Een te kleine afzuigunit of ventilator leidt tot een hoger energieverbruik. Het energieverbruik is in te dammen met het toepassen van frequentieregelaars, iets wat veelal standaard is. Het is echter wel belangrijk om de frequentie zoveel mogelijk onder 40 Hz te houden. Daarom is het in centrale afzuigsystemen altijd beter om de afzuigcapaciteit te berekenen met allemaal zware dieren in de stal en het aantal ventilatoren naar boven af te ronden. Een extra ventilator verdient zich namelijk toch wel terug door een lager energieverbruik. De ventilatoren moeten echter wel ver genoeg uit elkaar geplaatst worden omdat er anders
door onderlinge beïnvloeding capaciteit en energie verloren gaat. Er zijn sinds enige tijd ook energiezuinige gelijkstroomventilatoren op de markt. Het energieverbruik van deze ventilatoren is hetzelfde of zelfs nog iets lager dan frequentiegestuurde ventilatoren. Een ander belangrijk punt bij afzuigunits en ventilatoren is een regelmatige reiniging. In de praktijk zie je vaak sterk vervuilde kokers. Deze geven veel weerstand en dus meer energieverbruik. Dit
schoonmaken is een klus die elke ronde of toch zeker 3 keer per jaar moet gebeuren. Let wel op de lagers van de meetwaaiers die over het algemeen niet goed tegen water kunnen.

Vervuiling maakt van een ventilator een ware energievreter.

Luchtwassers en energie

De introductie van luchtwassers heeft het energieverbruik alleen maar doen toenemen.Ten eerste zijn er de waterpompen en ten tweede de ventilatoren die meer weerstand ondervinden om de lucht naar buiten te brengen. Voor enkele jaren terug werd de capaciteit van de wassers zoveel mogelijk naar
beneden afgerond om maar zo weinig mogelijk geld aan een wasser uit te geven. Dat bleek al snel een verkeerde zuinigheid, zeker wanneer de wassers ook nog eens snel vervuild raken. Tegenwoordig worden de wassers steeds ruimer uitgevoerd. Heel belangrijk blijft echter dat de pakketten schoon blijven, zodat er zo
min mogelijk weerstand is. Het zou daarom erg goed zijn om altijd een onderdrukmeter te installeren op een plaats waar men elke dag langs komt. Een oplopende
druk geeft aan dat de wasser weer gereinigd moet worden. Een extra controle is het energieverbruik op het gehele bedrijf te meten, door middel van
het noteren van de meterstanden. Een maandelijkse notitie geeft in ieder geval zicht op het verbruik.

2019-02-05T12:35:11+00:00

About the Author: